De kunst van het prepareren beoefen ik nog maar sinds 2007. Toen de collectie groeide en ik steeds meer vogels wilde laten opzetten, ben ik begonnen om door zelfstudie me voor te bereiden op het preparateursexamen. Gelukkig haalde ik het in één keer. In Nederland is het wonderlijk geregeld:
Je haalt je bevoegdheid als preparateur door middel van een theorie-examen en je mag gaan prepareren, ook al heb je nog nooit een dier opgezet. De overheid redeneert misschien dat wie de theorie haalt, dit ook in praktijk wil brengen, hoe dan ook. Gelukkig had ik een jaar als gezel bij een meester meegelopen, die me heel wat kneepjes van het vak leerde. Het oude woord 'opstoppen' suggereert dat je het uitgeholde dier weer opvult met watten, houtwol, turf of wat dan ook maar. Nu gebruik je deze dingen wel, maar wel wat preciezer dan het vullen van een lege zak.
Watten, houtwol, ijzerdraad en piepschuim.
Een kunstlijf, kunsthals, glazen ogen en draden door de poten en de hals.
En natuurlijk hoort hier het gevilde dier bij: de lege huid. Het woord 'taxidermie' voor 'prepareren' drukt goed uit wat het is: het verplaatsen van een huid.
Net alsof je een kledingstuk over een lichaam trekt. Hoe beter de pasvorm, des te beter zit het kledingstuk. Daarom zal een goede preparateur ook veel aandacht besteden aan het binnenwerk: een goed schoongemaakte en gelooide huid, een passend kunstlijf, de lengte en positie van de nek, enz. Dan zal het uiteindelijke resultaat des te mooier ogen en langer plezier geven aan de eigenaar. Het opzetten, dus inclusief villen, schoonmaken en vormgeven duurt al gauw een 5 - 6 uur; geen wonder dat het laten opzetten van een vogel niet echt goedkoop kan zijn. Als het dat wel is, kun je je afvragen hoe goed het voorbereidende werk is gedaan.